Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in de regio

Bekijk hier de Factsheet ‘Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in de regio’ (pdf 517kb).

Klik hier voor het tabellenboek van de Factsheet ‘Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in de regio’ (pdf 695kb).

Hieronder volgen de belangrijkste resultaten in de dimensies van positieve gezondheid.

Mijn lichaam

  • 6% drinkt elke dag meer dan 3 glazen drankjes met suiker; NL 7%.
  • 77% drinkt dagelijks minimaal een glas water; NL 73%.
  • 85% fietst of loopt 5 dagen per week naar school of stageplek; NL 84%.
  • 17% beweegt dagelijks minstens één uur; NL 18%.
  • 68% voelt zich (zeer) regelmatig moe of slaperig overdag.

Meedoen & erbij horen

  • 77% sport wekelijks bij een club, vereniging of sportschool; NL 75%.
  • 12% is matig of ernstig eenzaam.
  • 5% wordt regelmatig* gepest, op school of via sociale media.
  • 5% pest regelmatig* anderen, op school of via sociale media.
  • 11% vertoont problematisch sociale mediagebruik, NL 11%.

* regelmatig = 2 of meer keer per maand

Gevoelens en gedachten

  • 41% voelt zich (zeer) vaak gestrest door één of meer factoren; NL 44%.
  • 49% ervaart dat de stress van invloed is op gezondheid en welbevinden.
  • 7% voelt zich niet voldoende weerbaar; NL 10%.
  • 18% heeft een verhoogd risico op psychische ongezondheid (angst en depressie).
  • 15% heeft een enkele keer tot (heel) vaak suïcidale gedachten.

Nu en later

  • 55% vmbo, 45% havo/vwo; NL 49% vmbo, 51% havo/vwo.
  • 73% woont bij beide ouders*; NL 75%.
  • 26% heeft nu of in het verleden een scheiding van de ouders meegemaakt.
  • 4% ervaart thuis enige/grote moeite met rondkomen; NL 4%.

* woont bij beide ouders is inclusief co-ouderschap

Dagelijks leven

  • 19% heeft de laatste 4 weken alcohol gedronken; NL 26%.
  • 13% heeft de laatste 4 weken ≥5 drankjes met alcohol bij één gelegenheid gedronken (binge drinken); NL 18%.
  • 2.7% rookt minstens 1 keer per week; NL 4%.
  • 9% heeft ooit hasj of wiet gebruikt, NL 9%.
  • 6% heeft ooit lachgas gebruikt.
  • 4% vertoont problematisch gamegedrag, NL 3%.
  • 65% van de ouders gedogen* alcoholgebruik van hun kinderen.

* ‘gedogen alcoholgebruik’: ze vinden het goed, weten het niet of
zeggen er niets van.

Welbevinden & lekker in je vel

  • 87% ervaart een (zeer) goede gezondheid, NL 85%.
  • 87% voelt zich meestal (zeer) gelukkig; NL 84%.
  • 23% heeft een verhoogd risico op sociaal-emotionele problemen; NL 24%.
  • 25% geeft aan dat iedereen op school kan uitkomen voor zijn/haar LHBTI-geaardheid*.
  • 78% kan met iemand op school praten als hij/zij ergens mee zit.
  • 89% kan met ouder(s) praten als hij/zij ergens mee zit.

* LHBTI staat voor lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen, transgenders- en intersekse personen.

* Bij een significant verschil tussen het regionale en het landelijke resultaat zijn de percentages vet gedrukt. Als onderwerpen landelijk zijn uitgevraagd is het percentage voor landelijk gegeven.

Mijn lichaam: Gezond gewicht

Bewegen

 

  • 86% van de jongeren fietst of loopt 5 dagen per week naar school of stageplek.
  • 16% van de jongeren beweegt dagelijks minstens één uur.

Voeding

  • 6% van de jongeren drinkt dagelijks meer dan 3 glazen drankjes met suiker.
  • 77% van de jongeren drinkt dagelijks minimaal een glas water.
  • 41% van de jongeren eet dagelijks groente, 36% eet dagelijks fruit.

Slapen

  • 68% van de jongeren voelt zich (zeer) regelmatig moe of slaperig overdag.
  • 17% van de jongeren slaapt niet zo goed of helemaal niet goed.

Risicogroepen

  • In grote lijnen eten en drinken leerlingen op het vmbo minder gezond dan leerlingen op havo/vwo.
  • meisjes bewegen iets minder vaak dan jongens.
  • leerlingen uit de 4e klas slapen het minst goed.
  • meisjes, vierdeklassers en havo/vwo-ers zijn overdag meer slaperig of moe dan jongens, tweedeklassers en vmbo-ers.

Gewichtscijfers JGZ

Gezond eten en voldoende beweging zijn belangrijk voor een goede gezondheid. Een verkeerde balans tussen voeding en beweging is de belangrijkste oorzaak van overgewicht. Overgewicht op jonge leeftijd vergroot de kans op overgewicht op volwassen leeftijd en kan leiden tot veel gezondheidsproblemen, zoals suikerziekte en hart- en vaatziekten.

De JGZ van de GGD bepaalt jaarlijks lengte en gewicht van leerlingen op het vo. Hieruit blijkt dat 19% van de leerlingen uit de 1e en 2e klas (ernstig) overgewicht heeft.

Beweegrichtlijn en Slapen

De Gezondheidsraad geeft de volgende beweegrichtlijnen voor kinderen (4 tot 18 jaar): doe dagelijks minstens een uur aan matig intensieve inspanning. Langer, vaker en/ of intensiever bewegen geeft extra gezondheidsvoordeel. Doe minstens driemaal per week spier- en botversterkende activiteiten. En voorkom veel zitten!

Goede nachtrust is essentieel voor een goede psychische en lichamelijke gezondheid. Slecht slapen kan bijvoorbeeld leiden tot overgewicht, stemmingsproblemen en ADHDsymptomen. Slaapduur en slaapproblemen zijn gerelateerd aan overgewicht.

Vergelijking in tijd 2010 – 2019

2019 gunstiger dan in 2010:

  • fietst of loopt dagelijks naar school of stageplek (86% versus 77%).
  • eet dagelijks groente (41% versus 30%).
  • eet dagelijks fruit (36% versus 33%).

Niet of op een andere manier uitgevraagd in 2010:

  • beweegt dagelijks minimaal een uur.
  • kwaliteit slapen, slaperig overdag.

Vergelijking met Nederland

ZW gunstiger dan NL

  • drinkt dagelijks meer dan 3 glazen drankjes met suiker (6% versus 7%).
  • drinkt dagelijks minimaal een glas water (77% versus 73%).
  • sport wekelijks bij een club, vereniging of sportschool (77% versus 75%).

ZW (ongeveer) gelijk aan NL

  • fietst op loopt dagelijks naar school of stageplek (86%)

ZW minder gunstig dan NL

  • beweegt dagelijks minimaal een uur (17% versus 18%).

Aanbevelingen

Bewegen is goed voor de mentale en fysieke gezondheid. Een flink deel van de jongeren beweegt niet regelmatig. Enkele mogelijkheden om hen te verleiden dit wel te doen: De financiële regelingen om bewegen en sport voor minder draagkrachtige mensen te stimuleren, beter bekend te maken. Bewegen meer integreren in het dagelijks leven van jongeren. De omgeving van jongeren zo inrichten dat deze stimuleert om te bewegen.

Slapen verdient aandacht, slaapvoorlichting, slaap hygiëne en gedragsmatige aanpakken zijn hierbij aanknopingspunten.

Dagelijks leven: Alcohol, roken en drugs

Alcohol

  • 18% van de jongeren heeft in de laatste 4 weken alcohol gedronken.
  • 12% van alle jongeren heeft in de laatste vier weken aan bingedrinken gedaan. Dat wil zeggen dat ze tenminste 1x vijf of meer drankjes hebben gedronken bij één gelegenheid.

Roken

  • 2.6% van de jongeren rookt minstens 1 keer per week.
  • Bij 15% van de jongeren wordt in huis gerookt, waar de jongere bij is.

Drugs

  • 9% van de jongeren heeft ooit hasj of wiet gebruikt.
  • 4% heeft in de laatste 4 weken hasj of wiet gebruikt.

Lachgas

  • 6% van de jongeren heeft ooit lachgas gebruikt.
  • 1.8% heeft in de laatste 4 weken lachgas gebruikt.

Vmbo-ers gebruiken meer genotmiddelen

In grote lijnen komt roken en het gebruik van alcohol, e-sigaret, lachgas en hasj of wiet meer voor bij

  • 4e – dan bij 2e klassers.
  • vmbo-ers dan bij havo/vwo-ers.

Daarnaast komt alcoholgebruik meer voor bij westerse dan bij niet-westerse jongeren.

Voor roken en drinken zijn er geen verschillen tussen jongens en meisjes. Jongens gebruiken vaker dan meisjes e-sigaretten, lachgas en hasj of wiet.

Invloed van ouders op alcoholgebruik en roken

Ouders blijken invloed te hebben op het alcoholgebruik van hun kinderen. Het gaat bijvoorbeeld om voorbeeldgedrag van de ouders, het stellen van regels over alcohol en monitoring door ouders.

Uit de Gezondheidsmonitor Jeugd blijkt dat 65% van de ouders, van de jongeren die ooit alcohol hebben gedronken, het drinken van alcohol gedogen. Onder gedogen verstaan we dat ouders het goed vinden, er niets van zeggen of het niet weten.

Als minimaal één ouder rookt is de kans groter dat de kinderen ook gaan roken, dan bij niet-rokende ouders. Ook als een broer of zus rookt, is deze kans groter. In regio Zaanstreek-Waterland roken vmbo-ers en niet-westerse jongeren vaker in huis.

Vergelijking in tijd 2010 – 2019

2019 gunstiger dan 2010:

  • Jongeren in de 2e en 4e klas van het voortgezet onderwijs drinken, roken en blowen nu minder dan in 2010.
  • Ook in huis – met de jongere erbij wordt er nu minder gerookt (15% versus 28%).
  • Ouders gedogen (goedkeuren, niets zeggen, niet weten) het alcoholgebruik van hun kinderen iets minder vaak dan in 2010 (65% nu versus 69%)

Niet uitgevraagd in 2010:

● lachgas, e-sigaret

Vergelijking met Nederland

ZW gunstiger dan NL

● alcohol drinken (19% versus 26%) en binge drinken (13% versus 18%) in de afgelopen maand.
● minstens 1 keer per week roken (2.7% versus 4%)

ZW (ongeveer) gelijk aan NL

  • gebruik van de e-sigaret ooit (22% versus 23%)
  • gebruik van hasj of wiet ooit (9% in beide groepen)

Niet uitgevraagd landelijk

  • houding van ouders, roken thuis en lachgas.

Aanbevelingen

Een deel van de jongeren in de regio gebruikt genotmiddelen, terwijl de wetgeving 18 jaar als minimum leeftijd stelt.
Er zijn landelijk verschillende interventies die lokaal ingezet kunnen worden, maatregelen zoals de Rookvrije generatie, bewustwordingscampagnes zoals IkPas en Stoptober, en schoolinterventies zoals de Gezonde School en Helder op school.

Uit de Gezondheidsmonitor Jeugd blijkt dat 21% van de jongeren in Zaanstreek-Waterland vindt dat er op school meer aandacht zou moeten worden besteed aan alcohol, roken en drugs.

Gevoelens en gedachten, welbevinden

Sociaal-emotionele gezondheid (SDQ)

23% van de jongeren heeft een verhoogde SDQ-score: 11% loopt risico op sociaal-emotionele problemen, 12% loopt ernstig risico hierop.

Stress en prestatiedruk

  • 42% van de jongeren voelt zich (zeer) vaak gestrest door één of meer factoren.
  • 49% van de jongeren ervaart dat de stress van invloed is op hun gezondheid en welbevinden.
  • 7% van de jongeren voelt zich niet voldoende weerbaar.

Suïcide

15% van de jongeren heeft een enkele keer tot en met heel vaak suïcidale gedachten.

Vmbo-leerlingen meer risico op sociaal-emotionele problemen

Vmbo-leerlingen hebben een grotere kans op sociaal-emotionele problemen dan havo/vwo-leerlingen (27% versus 18%).
Als we binnen de SDQ naar de subschalen kijken dan lopen vooral meisjes meer risico op emotionele problemen. Jongens, tweedeklassers en vmbo-ers lopen het meeste risico op gedragsproblemen.

Serieuze suïcidegedachten komen meer voor bij meisjes, vmbo-ers, jongeren die niet bij beide ouders wonen en jongeren waar thuis moeite is met rondkomen.

Stress en prestatiedruk

Het lijkt alsof jongeren steeds meer druk voelen om te presteren. Deze druk kan leiden tot stress en burn-out (klachten). Ervaren stress geeft risico op gezondheidsproblemen en beïnvloedt daarmee ook de kwaliteit van leven van jongeren.

Jongeren ervaren op verschillende vlakken (zeer) vaak stress:

  • 31% door school of huiswerk.
  • 7% door situatie thuis.
  • 10% door eigen problemen.
  • 12% over wat anderen van hem/haar vinden.
  • 21% door alles wat hij/zij moet doen.
  • 42% door één of meer factoren.

Vooral meisjes en havo/ vwo-leerlingen ervaren (veel) stress.

Landelijke nota

De overheid wil in de landelijke nota volksgezondheid 2020-2024 de druk op het dagelijks leven bij jeugd en jongeren met voorrang aanpakken. Er komt onder andere nader onderzoek naar de aard, omvang en determinanten van het probleem. Projecten om de weerbaarheid te vergroten, zoals het project ‘welbevinden op school’ worden geïntensiveerd. Sporten beweegaanbod dient versterkt.

Er komt extra inzet op risicogroepen, zoals jongeren met ouders die verslaafd zijn of langdurige lichamelijke of psychische problemen hebben. Vanuit de monitor zijn cijfers beschikbaar over ‘jonge mantelzorgers’.

Vergelijking in tijd 2010 – 2019

2019 gunstiger dan 2010:

  • Suïcidegedachten: enkele keer of vaker (15% versus 20%)

2019 ongeveer gelijk aan 2010:

  • risico op sociaal-emotionele problemen (22% versus 23%).
  • suïcidepoging (2.8% versus 2.9%).
  • psychisch ongezond (MHI-5) gericht op angst en depressie (18% versus 19%).

Niet uitgevraagd in 2010:

  • stress

Vergelijking met Nederland

ZW gunstiger dan NL:

  • (vaak) gestrest zijn door één of meer factoren (42% versus 44%)

ZW ongeveer gelijk aan NL:

  • risico op sociaal-emotionele problemen (23% versus 24%)

Niet uitgevraagd landelijk:

  • suïcidale gedachten

Aanbevelingen

Sociaal-emotioneel welbevinden staatvoor lekker in je vel zitten en gepast sociaal gedrag vertonen. Jongeren die lekker in hun vel zitten hebben meer zelfvertrouwen en zijn  weerbaarder. Jongeren zijn beter in staat om te leren en zichzelf te ontwikkelen als ze zich veilig voelen en zichzelf kunnen zijn op school. Zorgen voor een positief en sociaal  veilig schoolklimaat is dus een eerste belangrijke stap in het bevorderen van welbevinden van leerlingen. Scholen kunnen hierbij gebruik maken van de Gezonde School-aanpak.

In Zaanstreek-Waterland geeft 26% van de jongeren aan dat hun school meer aandacht zou moeten besteden aan pesten, discriminatie en agressief gedrag. 20% vindt dat school meer aandacht zou moeten besteden aan stress, mindfulness en meditatie.

Lekker in je vel: Relaties en seksualiteit

Veilig vrijen

  • 10% van de jongeren heeft weleens geslachtsgemeenschap gehad.
  • Van de seksueel actieve jongeren vrijt 48% onveilig.

Seksuele diversiteit

  • 74% van de jongeren vindt homoseksualiteit normaal.
  • 8% vindt homoseksualiteit erg raar of verkeerd.
  • 25% van de jongeren geeft aan dat iedereen op school kan uitkomen voor zijn/haar seksuele geaardheid.

Sexting

4% van de jongeren heeft in de laatste 6 maanden een naaktfoto of seksfilmpje van zichzelf naar iemand anders gestuurd.

Risicogroepen bij relaties en seksualiteit

Jongens en niet-westerse jongeren vrijen vaker niet veilig dan meisjes en westerse jongeren.

Jongens, vmbo-ers en niet-westerse jongeren vinden homoseksualiteit vaker niet normaal, raar of verkeerd dan meisjes, havo/vwo-ers en westerse jongeren.

Er is geen specifieke risicogroep voor sexting.

LHBTi

LHBTi-scholieren (lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen, transgenders en intersekse personen) krijgen vaker te maken met grensoverschrijdend
gedrag dan heteroscholieren. Uit de ‘Handreiking LHBTiemancipathie‘ blijkt dat zij ruim twee keer zo vaak worden gepest en twee keer vaker te maken krijgen met sociaal geweld. Ze maken drie tot zeven keer meer grof geweld en seksueel geweld mee.

De cijfers uit de Gezondheidsmonitor Jeugd tonen aan dat er op het voortgezet onderwijs nog winst valt te behalen op de acceptatie van seksuele diversiteit.

Uit landelijk onderzoek blijkt dat zelfmoord onder lesbische, homo- en biseksuele jongeren 4,5 keer vaker voorkomt dan onder heteroseksuele jongeren.

Sexting

Sexting is het versturen van seksueel getinte berichten, foto’s of filmpjes van jezelf via smartphone, computer of tablet. Omdat het online is, kan de ontvanger het ook doorsturen naar anderen voor wie het niet bedoeld is. Dit kan per ongeluk, maar ook met opzet om te pesten of wraak te nemen.
Sexting roept veel emoties op. Het kan namelijk verstrekkende gevolgen hebben, omdat je geen controle hebt op de online beelden.

Vergelijking in tijd 2010 – 2019

2019 veranderd t.o.v. 2010

  • geslachtsgemeenschap gehad (10% versus 23%).

2019 gunstiger dan 2010:

  • vindt homoseksualiteit normaal (74% versus 52%).

2019 ongeveer gelijk aan 2010:

  • vrijt niet altijd veilig (48% versus 45%).

niet uitgevraagd in 2010:

  • eerlijk uitkomen voor LHBTI op school
  • sexting

Vergelijking met Nederland

ZW gunstiger dan NL:

  • vrijt niet altijd veilig (48% versus 56%).

ZW ongeveer gelijk aan NL:

  • geslachtsgemeenschap gehad (10% in beide groepen).
  • sexting (4% versus 3%).

niet uitgevraagd landelijk:

  • houding t.a.v. homoseksualiteit van andere jongeren.

Aanbevelingen

Er is een ruime keus aan interventies die seksueel risicogedrag voorkomen of verminderen. Ze bevorderen bijvoorbeeld condoom- en anticonceptiegebruik, het testen van soa’s of gaan seksuele grensoverschrijding tegen. Mogelijke maatregelen zijn voorlichting en schoolinterventies, zoals de Gezonde School om de kennis over anticonceptiemiddelen en de seksuele weerbaarheid te bevorderen.

26% van de jongeren vindt dat school meer aandacht zou moeten besteden aan relaties en seksualiteit. Om dit te doen kunnen scholen ter ondersteuning gebruik maken van de landelijke Gezonde School subsidie.

Onderzoek en resultaten

Hieronder is weergegeven het aantal deelnemers aan de Gezondheidsmonitor Jeugd 2019 per gemeente. De respons is 87% onder tweedeklassers en 70% onder vierdeklassers.

  • Beemster, 134
  • Edam-Volendam, 549
  • Landsmeer, 66
  • Oostzaan, 135
  • Purmerend, 1218
  • Waterland, 164
  • Wormerland, 285
  • Zaanstad, 2859
  • Totaal, 5410

In het najaar van 2019 heeft GGD Zaanstreek-Waterland de Gezondheidsmonitor Jeugd gehouden op de reguliere scholen voor voortgezet onderwijs in de regio. Leerlingen vulden online een vragenlijst in met allerlei vragen over hun gezondheid, welzijn en leefstijl. Op basis van de gegeven antwoorden ontvingen de leerlingen individueel advies op maat.

De resultaten van het onderzoek zijn weergegeven in rapportages per school. Een afvaardiging van de GGD en van de betreffende school hebben deze rapportages besproken ten behoeve van het schoolgezondheidsbeleid.

Alle GGD’en hebben de Gezondheidsmonitor uitgevoerd, daarom zijn er naast wijk-, gemeente- en regiocijfers ook landelijke cijfers. In deze rapportage vergelijken we de cijfers van de regio met Nederland. En we vergelijken 2019 met 2010, omdat in deze jaren de Gezondheidsmonitor anoniem is uitgevoerd.

Deze factsheet is de overkoepelende rapportage van de Gezondheidsmonitor Jeugd over de regio Zaanstreek-Waterland.
Er volgt per gemeente een gemeente-rapportage. Edam-Volendam, Purmerend en Zaanstad ontvangen ook wijkrapportages.

Achtergrondinformatie over de Gezondheidsmonitor Jeugd 2019 en de bronnenlijst die gebruikt is voor deze rapportage, kunt u vinden op onze website.

Colofon

Uitgave: GGD Zaanstreek-Waterland, Epidemiologie, Beleid en Gezondheidsbevordering,- Zaandam, juni 2020.
Auteurs: Monique Heemskerk, Anne Kramer, Carin Bosma.
Vormgeving: Team Klijnsma

Met dank aan de scholen voor voortgezet onderwijs en aan de leerlingen voor hun medewerking.
Voor meer informatie kunt u mailen naar epi@ggdzw.nl

Overname van gegevens is toegestaan, mits voorzien van de volgende bronvermelding: Factsheet Zaanstreek-Waterland, Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren 2019. GGD Zaanstreek-Waterland, juni 2020.