Twijfels over vaccinaties voor uw kind?
Als ouders/verzorger moet u over veel dingen beslissingen nemen. Ook over vaccineren tegen infectieziekten. Daar helpen we u graag bij. Op deze pagina geven we daarom antwoord op veel vragen over vaccineren.
Neem contact op met de GGD
Praat u liever met een jeugdverpleegkundige?
- Chat met een jeugdverpleegkundige.
- Bel ons: 0900 – 254 54 54.
- Of bel de Twijfeltelefoon 088 – 755 57 77 Hier krijgt u ook informatie in het Engels, Turks en Arabisch. De Twijfeltelefoon heeft ook een eigen website: Twijfeltelefoon.nl
Over vaccinaties
Voordelen
- Vaccinaties beschermen uw kind tegen ernstige complicaties bij infectieziekten, die in deze tijd helaas weer vaker voorkomen.
- Al generaties krijgen kinderen vaccinaties tegen infectieziekten. Hierdoor komen sommige infectieziekten, zoals polio en difterie, zo goed als niet meer voor. En zolang genoeg mensen zich blijven vaccineren, blijft dat zo.
- Als 95% van de kinderen de vaccins heeft gehad, treedt groepsbescherming op. De kans is dan heel klein dat een van deze infectieziekten uitbreekt. Ongevaccineerde jonge en kwetsbare kinderen, en volwassenen die om gezondheidsredenen geen vaccinatie kunnen krijgen (bijvoorbeeld bij leukemie), zijn daardoor ook beschermd.
Mogelijke bijwerkingen
- Prikpijn: uw kind kan ongemak ervaren bij het geven van de prik.
- Lichte bijwerkingen: soms krijgt een kind een rode plek of koorts na een vaccinatie.
- Zeldzame bijwerkingen: heel soms kunnen er heftiger reacties optreden, zoals een koortsstuip. Om een indruk te geven: bij een BMR-vaccinatie komt dat voor bij 1 à 2 op de 10.000 kinderen.
Zoals elk medicijn hebben vaccinaties soms bijwerkingen. De meest bijwerkingen die het meest voorkomen zijn mild. Zoals pijn op de plek van de prik, meestal in de arm of het been. Die pijn verdwijnt meestal binnen 1 of 2 dagen. Soms voelen kinderen zich na een vaccinatie even niet lekker en krijgen ze lichte koorts. Dit is vervelend, maar niet gevaarlijk. Heel soms krijgt een kind een koortsstuip. Dat ziet er angstaanjagend uit, maar is gelukkig onschuldig en gaat vanzelf weer over.
Kijk voor meer informatie over klachten na een prik op de website van Thuisarts.
Bedenk altijd dat bijwerkingen van een vaccinatie veel minder ernstig zijn dan de ziekte zelf.
Ernstige of onverwachte bijwerkingen melden we altijd bij het Bijwerkingencentrum Lareb, zodat die ze goed in de gaten kan bijhouden.
Lange termijneffecten
Het enige lange termijn effect van vaccineren is de bescherming van uw kind tegen ernstige complicaties bij infectieziekten.
Vaccineren zorgt ervoor dat ziekten minder voorkomen. Vaccineren is veilig, omdat de leveranciers ieder vaccin uitgebreid hebben getest onder duizenden mensen. Als er toch een bijwerking optreedt, dan pikken ze die daarom snel op. Ook als is begonnen met vaccineren, worden bijwerkingen bijgehouden.
De meeste bijwerkingen van vaccins treden kort na de vaccinatie op, bijvoorbeeld al na 48 uur. Ook kan het zijn dat de bijwerkingen na 7 à 10 dagen optreden. Er zijn geen aanwijzingen dat er nog later bijwerkingen zijn. Bijwerkingen zijn meestal mild en tijdelijk. Heel soms is een bijwerking heftiger.
Ernst van infectieziekten
De infectieziekten waartegen we vaccineren zijn ernstig. Vooral jonge kinderen en oudere mensen zijn gevoelig voor infectieziekten. Zij lopen daarom het grootste risico op ernstige gevolgen of zelfs overlijden.
Zo verzwakt mazelen bijvoorbeeld de weerstand, waardoor kinderen ook makkelijker andere infectieziekten kunnen krijgen. Baby’s, zwangeren en mensen met een verminderde afweer hebben een hoger risico om ernstig ziek te worden van mazelen.
Sommige mensen hebben niet zo veel last van de ziekten, maar ziekten kunnen ook zo ernstig zijn dat iemand in het ziekenhuis terecht komt. Of zelfs op de intensive care komt of overlijdt. We kunnen niet voorspellen wie die complicaties krijgt. Wel weten we dat ze zijn te voorkomen met een vaccinatie. Dit maakt de kans op ernstige ziekte en complicaties kleiner en zorgt ervoor dat deze infectieziekten minder voorkomen. Daarom willen we in Nederland elk kind beschermen door te vaccineren.
Vaccineren blijft belangrijk
Infectiezieken onder kinderen komen weinig voor juist doordat we met het Rijksvaccinatieprogramma al sinds 1957 hiertegen vaccineren. Vaccineren blijft heel belangrijk, want zonder vaccinaties kunnen deze ernstige ziekten weer terugkeren. Door het vaccinatieprogramma en de hoge vaccinatiegraad in Nederland van 92 tot 99% komen veel ziekten, zoals difterie en polio, bijna niet meer voor. Maar als we stoppen met vaccineren of als we te weinig kinderen vaccineren, dan kunnen deze ziekten weer terugkomen.
Er zijn ook landen waar deze ziekten nog veel voorkomen. We zien dan ook helaas steeds vaker infectieziekten terugkeren waartegen we kunnen vaccineren.
Zo was er begin 2024 een grote toename van kinkhoest, waaraan 6 baby’s overleden (en 2 mensen van boven de 70). Ook zijn we bang voor een uitbraak van mazelen, een heel besmettelijke ziekte.
Reizen naar het buitenland
Sinds 2023 is er bijvoorbeeld een toename van mazelen in Europa en Marokko. Een kind of volwassene kan in het buitenland besmet raken en de ziekte naar Nederland brengen, waar de ziekte zich kan verspreiden onder mensen die geen vaccinaties hebben gehad.
In augustus 2024 waren er al 156 gevallen van mazelen in Nederland, waarvan sommige door reizen naar het buitenland. Reist u naar een land waar mazelen voorkomt? Dan kunt u uw kind eerder laten vaccineren. Bespreek dit met de jeugdverpleegkundige.
Afweer opbouwen
Door een vaccinatie leert het lichaam wat het moet doen bij een ziekte. Want door een vaccinatie gaat het afweersysteem van het lichaam aan de slag. Komt uw kind daarna in aanraking met de ziekte, dan weet het lichaam van uw kind meteen hoe dat tegen de ziekte moet vechten. Daardoor wordt uw kind niet ziek, of soms maar een heel klein beetje.
Als uw kind ziek wordt, zonder dat het vaccinaties heeft gehad, bouwt het lichaam ook een afweer op (natuurlijke immuniteit). Maar dit is riskant, omdat het immuunsysteem niet altijd sterk genoeg is om de ziekte te bestrijden. Dit kan daarom leiden tot ernstige complicaties en een ziekenhuisopname.
Vaccineren is een veilige manier om het lichaam voor te bereiden op infecties.
Vaccinatie bij gezonde kinderen
Ook gezonde kinderen kunnen heel ernstig ziek worden of zelfs doodgaan aan een van de ziekten waartegen we vaccineren in het Rijksvaccinatieprogramma. Vaccinaties helpen ook om ervoor te zorgen dat andere kinderen niet ziek worden. Bijvoorbeeld kinderen die te jong zijn om een vaccinatie te krijgen of die een ziekte hebben waarbij we ze niet (volledig) kunnen vaccineren.
Invloed farmaceutische bedrijven
Farmaceutische bedrijven moeten winst maken met vaccins en andere medicijnen, net als ieder ander bedrijf dat een product verkoopt of een dienst levert. Maar deze bedrijven hebben geen invloed op het Rijksvaccinatieprogramma. De minister neemt die beslissing op basis van het advies van de Gezondheidsraad.
De Gezondheidsraad is een onafhankelijk wetenschappelijk adviesorgaan. De Gezondheidsraad beoordeelt wetenschappelijke gegevens en adviseert de minister over welke vaccins het best zijn. Dit proces verzekert dat beslissingen over vaccinaties gebaseerd zijn op objectieve wetenschappelijke gegevens in plaats van commerciële belangen.
Veiligheid en werking vaccin
Veiligheid
Vaccins worden heel goed getest voordat ze worden goedgekeurd. Omdat we vaccins aan gezonde mensen geven, gelden er extra strenge veiligheidseisen. Zelfs nadat is begonnen met het geven van een vaccin, worden mogelijke bijwerkingen steeds in de gaten gehouden.
In Nederland doet Bijwerkingencentrum Lareb dat. Geneesmiddelenautoriteiten beoordelen de veiligheid van vaccins streng. In Europa is dit de taak van de EMA en in Nederland van het CBG. Door deze uitgebreide controles weten we dat vaccins veilig en effectief zijn voor iedereen die ze krijgt.
Werking
Door een vaccinatie leert het lichaam wat het moet doen bij een ziekte. Want door een vaccinatie gaat het afweersysteem van het lichaam aan de slag. Komt uw kind daarna in aanraking met de ziekte, dan weet het lichaam van uw kind meteen hoe dat tegen de ziekte moet vechten. Daardoor wordt uw kind niet ziek, of soms maar een heel klein beetje.
Als uw kind ziek wordt, zonder dat het vaccinaties heeft gehad, bouwt het lichaam ook een afweer op (natuurlijke immuniteit). Maar dit is riskant, omdat het immuunsysteem niet altijd sterk genoeg is om de ziekte te bestrijden. Dit kan daarom leiden tot ernstige complicaties en een ziekenhuisopname.
Vaccineren is een veilige manier om je lichaam voor te bereiden op infecties.
Hoe een vaccin je lichaam beschermt zonder je ziek te maken
In een vaccin zit een heel zwak virus of bacterie, of een klein stukje ervan. Daardoor word je er niet ziek van, maar leert je lichaam wel wat het moet doen bij een echte besmetting. Het vaccin laat het afweersysteem als het ware een plaatje van de ziekte zien. Net zoals kinderen leren over gevaarlijke dieren door plaatjes, leert het lichaam de ziekte te herkennen zonder ziek te worden.
Na een vaccinatie krijg je soms lichte bijwerkingen, zoals een rode plek, lichte koorts of uitslag. Dit komt omdat het afweersysteem even hard werkt. Bij sommige vaccins, zoals het BMR-vaccin, zijn de bijwerkingen soms wat sterker. Meestal zijn ze mild en snel voorbij.
Gebaseerd op: Nadine Böke op NEMO Kennislink
Autisme en vaccineren: geen verband
Autisme is een aangeboren stoornis die vaak op jonge leeftijd wordt vastgesteld. Er is geen wetenschappelijk bewijs voor een verband tussen autisme en vaccinaties. Uit wetenschappelijke onderzoeken, zoals die van de Gezondheidsraad, blijkt dat kinderen die geen BMR-vaccin hebben gekregen, net zo vaak autisme hebben als gevaccineerde kinderen.
Ook de Nederlandse Vereniging voor Autisme neemt afstand van het idee dat er een link zou zijn tussen vaccinaties en autisme.
Hoe is deze misvatting dan ontstaan? In 1998 schreef een arts een artikel waarin hij zei dat vaccinaties autisme zouden veroorzaken. Dat artikel werd al snel ingetrokken wegens fraude en de arts die het bekend maakte verloor zijn artsentitel. De conclusies van dat artikel waren dus onjuist. Toch is dit misverstand hardnekkig, wat ouders soms onzeker maakt over vaccinaties.
Wat zit er in het vaccin
Bestanddelen
De bestanddelen in een vaccin kun je verdelen in 3 groepen:
- Werkzame stoffen: deze stoffen zorgen ervoor dat je lichaam een afweerreactie maakt tegen de ziekteverwekker. Dat helpt je immuunsysteem om het goede antwoord te geven als het later met de ziekte te maken krijgt.
- Hulpstoffen: deze stoffen verbeteren de effectiviteit van het vaccin en zorgen ervoor dat we het goed en veilig kunnen bewaren. Hulpstoffen helpen ook om de afweerreactie van het lichaam te versterken.
- Reststoffen: dit zijn minuscule hoeveelheden stoffen die overblijven na het maken van het vaccin, zoals resten van antibiotica. Deze hoeveelheden reststoffen zijn zo klein, dat ze geen invloed hebben op je gezondheid.
Deze bestanddelen zijn zorgvuldig uitgekozen en getest om ervoor te zorgen dat vaccins veilig en effectief zijn. In de bijsluiters van vaccins staat wat er precies in een vaccin zit.
Geen giftige of ongezonde stoffen
Sommige vaccins hebben hulpstoffen, zoals aluminium en formaldehyde. Die stoffen zijn essentieel om de afweerreactie te versterken en zorgen ervoor dat het vaccin veilig en stabiel is. Ze zitten in veilige hoeveelheden in het vaccin en gezondheidsorganisaties hebben ze goedgekeurd.
- Aluminium: deze hulpstof helpt om de afweerreactie te versterken. De hoeveelheden aluminium in vaccins zijn veel lager dan de hoeveelheden waar we elke dag mee te maken krijgen via voedsel, water en de omgeving.
- Formaldehyde: deze hulpstof zit in vaccins om ze veilig te maken. Het zit er in veel lagere hoeveelheid in dan wat van nature in het lichaam van een kind voorkomt.
Er zit geen kwik in de vaccins van het Rijksvaccinatieprogramma.
De stoffen in vaccins zijn veilig in de gebruikte hoeveelheden. Dat bevestigen betrouwbare organisaties in veel studies en controles, zoals van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Vaccins worden grondig getest en steeds gecontroleerd om hun veiligheid en effectiviteit te verzekeren.
Gelatine in mazelenvaccin
In het BMR-vaccin zit gelatine. Gelatine komt van bindweefsel van vooral zoogdieren, ook varkens. Ouders die voor hun geloof geen varkensvlees eten, maken zich daarom soms zorgen of er geen varken in dit vaccin is verwerkt. Maar dat is niet nodig, want gelatine wordt met een chemisch proces geschikt gemaakt voor medische gebruik, en dat is niet hetzelfde als voor consumptie. Door dat omvormen wordt gelatine in vaccins als ‘zuiver’ gezien.
Officiële islamitische en joodse instanties bevestigen dat zij gelatine in vaccins als zuiver zien en dat het veilig is om te gebruiken. Gelatine wordt ook veel gebruikt in andere medicijnen, zoals in capsules.
Op dit moment zijn er nog geen vaccins die helemaal vrij zijn van dieren. Een veganistische keuze is dus nog niet op de markt.
Meer weten over vaccineren?
- Bijwerkingencentrum Lareb houdt de bijwerkingen van alle medicijnen in Nederland bij.
- De Gezondheidsraad doet onafhankelijk onderzoek naar medicijnen en geeft adviezen.
- Op rijksvaccinatieprogramma.nl staan rapporten over de vaccinatiegraad, over bijwerkingen en een surveillancerapport.
Op die website vindt u ook meer uitleg over wat er in een vaccin zit en daarnaast vindt u er de bijsluiters van de vaccins.