Adviezen gezonde leefomgeving voor gemeenten

“Een gezonde leefomgeving is een leefomgeving die bewoners als prettig ervaren, waar gezonde keuzes gemakkelijk en logisch zijn en waar negatieve invloed op gezondheid zo klein mogelijk is.”

Door de leefomgeving gezond in te richten kan een gemeente gezondheidswinstboeken. Kleine aanpassingen kunnen soms al een groot verschil maken. Hoe eerder een gemeente in het proces van een ruimtelijke initiatief de basisadviezen raadpleegt, hoe makkelijker en beter gezondheid geborgd kan worden. De beleidsadviezen kunt u gebruiken bij het maken van een Omgevingsvisie, -plan en -regels en -programma’s.

Er zijn raakvlakken tussen thema gezondheid en de grote onderwerpen als duurzaamheid, klimaat, energietransitie en veiligheid. Het is belangrijk om te melden dat sommige maatregelen binnen de verschillende thema’s elkaar kunnen versterken, maar ook elkaar kunnen verzwakken. De GGD adviseert om de invloeden op gezondheid steeds mee te wegen bij de andere onderwerpen.

Het thema gezonde leefomgeving is complex en steeds in beweging, daarom gaat de GGD het advies ook regelmatig aanvullen.

De reden voor het opstellen van deze adviezen is de komst van de Omgevingswet, waarbij een gezonde en veilige leefomgeving één van de doelen is. Hieronder hebben wij een selectie gemaakt van de belangrijkste gezondheid bevorderende en beschermende maatregelen waarvan de GGD de meeste gezondheidswinst op dit moment in regio Zaanstreek-Waterland verwacht.

De beleidsadviezen zijn te verdelen in

  1. Gezondheid bevorderende maatregelen, die leiden tot een omgeving die gezondheid bevordert en uitnodigt tot gezond gedrag. Belangrijke elementen voor een gezonde leefomgeving zijn uitnodigen tot bewegen (wandelen, fietsen, spelen), elkaar ontmoeten, ontspannen, klimaatbestendigheid (zoals meer groen voor tegengaan hitte- en wateroverlast) en een goede toegang tot voorzieningen.
  2. Gezondheidsbescherming en beheersing van risico’s, zoals een goede milieukwaliteit (lucht, geluid). Aandachtspunt hierbij is dat voldoen aan de bestaande milieunormen niet volstaat voor bescherming van de gezondheid. De WHO heeft deze milieunormen aangescherpt vanuit gezondheidsoogpunt.

In de factsheet Gezonde Leegomgeving staan deze beide invalshoeken. De GGD heeft per gemeente de aandachtspunten benoemd met informatie uit de Gezondheidsmonitoren. De kernwaarden voor een gezonde leefomgeving zijn hierbij het uitgangspunt, zie  Kernwaarden voor een gezonde leefomgeving – GGD GHOR Nederland.

Algemeen advies

Streef als gemeente naar een leefomgeving die uitnodigt tot gezond gedrag, een omgeving die mensen stimuleert tot meer bewegen, ontmoeten en gezonder eten.

 

Gezondheidsbevordering

Beweegvriendelijke omgeving

Een beweegvriendelijke omgeving verleidt inwoners om meer te lopen, fietsen, spelen en sporten. Meer bewegen kan voor minder overgewicht zorgen. Ook de mentale gezondheid van mensen in een beweegvriendelijke omgeving is beter (zie ook mobiliteit).

Adviezen

Bewegend verplaatsen aanmoedigen:

  • Dagelijkse voorzieningen zijn op fiets- en/of loopafstand. Tot 500 meter is lopen dé manier van verplaatsen.
  • Loop- en fietsroutes verbinden de belangrijkste bestemmingen in de directe leefomgeving met elkaar. Samen vormen zij een compleet en samenhangend netwerk, zowel binnen het gebied als tussen het gebied en gebieden er omheen.
  • Bundel en orden verkeer: doorgaande routes voor gemotoriseerd verkeer gaan om wijken of kernen heen, niet er doorheen. Voor fietsers en voetgangers is dit juist andersom. Loop- en fietsroutes zijn korter dan autoroutes.
  • Het netwerk is fijnmazig waardoor voetgangers niet hoeven om te lopen als ze dat niet willen. Voetgangers en fietsers ervaren zo min mogelijk last van barrières, zoals (spoor)wegen en water.
  • Verbind verschillende jeugdbestemmingen in de buurt met bijvoorbeeld een ‘kindlint’: loop- en fietsroutes naar scholen, speelplekken, de skatebaan, het winkelcentrum, verenigingen, sportvelden, enzovoort. Beperk autoverkeer voor brengen/halen kinderen rond scholen. Markeer deze plekken ook duidelijk zodat kinderen hier goed, veilig en zelfstandig gebruik van kunnen maken.
  • Fiets- en loopbare afstanden zijn het meest aantrekkelijk om ook echt met de fiets en te voet af te leggen. Deze zijn toegankelijk, aantrekkelijk, logisch en veilig. Dat betekent, dat looproutes ook toegankelijk zijn voor kinderwagens, hulpmiddelen als rollator, rolstoel, scootmobiel, enzovoort. Er zijn heldere bewegwijzering, gids- en geleidelijnen en voldoende rustmogelijkheden langs de routes.
  • De openbare ruimte heeft veel mogelijkheden om te bewegen, zoals speeltuinen, (sport)parken, en recreatieve fietsroutes.
  • Zorg voor een goede veiligheid: Minder kruispunten, autoluwe of autovrije wegen, fietsstraten, verlichting, duidelijke oversteekplaatsen, langzaam rijdend verkeer, voetpaden met ruwe ondergrond. Langzame verkeersroutes zijn zoveel mogelijk op elkaar aangesloten.

Links

Gezonde voedselomgeving

Een gezonde voedselomgeving verleidt mensen om gezond te eten. Maatregelen kunnen zich richten op een gezonder aanbod en marketing. Waarbij er ook gezonde(re) opties zijn, op het sturen van het aanbod voor specifieke doelgroepen (bijv. kinderen) of op het sturen van het aanbod in of vlakbij specifieke voorzieningen (bijv. scholen of sportkantines).

Adviezen

  • Zorg dat in de omgeving van scholen/kinderdagverblijven zo min mogelijk ongezond aanbod is (verbied of beperk fastfoodketens en snackwagens vlakbij school), stimuleer een gezond aanbod bij nabijgelegen detailhandel, bijvoorbeeld door vast te leggen dat er geen fastfoodrestaurants en snackbars zijn binnen een afstand van x meter van scholen en andere plekken waar jeugd verblijft.
  • Leg vast hoeveel fastfoodrestaurants en/of snackbars er maximaal in een gebied/wijk mogen zijn gevestigd.
  • Zorg voor watertappunten op plekken waar veel mensen komen en/of bewegen, zoals in parken, bij recreatiegebieden en bij de stations.
  • Verbied ongezonde kindermarketing. Dat betekent, geen marketing van ongezonde producten bij een activiteit, instelling of plek voor kinderen. Of waarbij het bereik onder kinderen meer dan 25% is.
  • Stimuleer lokaal voedselaanbod; winkels bij boerderijen, moestuinen of een lokale pluktuin.

Links

Alcoholvrije omgeving

In de fysieke omgeving spelen factoren die gaan over het aanbod en de vraag van alcohol een belangrijke rol in het alcoholgebruik. Inwoners drinken meer als er meer verkooppunten zijn, als de dichtheid van verkooppunten hoger is en als de openingstijden van de horeca ruimer zijn. Ook leidt blootstelling aan alcoholreclames tot een verhoogde kans dat jongeren eerder beginnen met het drinken van alcohol. En dat jongeren die al drinken, meer gaan drinken

Adviezen

  • Beperk reclames en de beschikbaarheid van alcohol in de openbare ruimte.
  • Zet effectieve maatregelen in om de fysieke beschikbaarheid van alcohol te beperken; stel verkoopverboden in en beperk het aantal verkoopdagen, -tijden en -punten
  • Stel voorwaarden aan subsidies en vergunningen voor de verkoop en aanwezigheid van alcohol op (bepaalde) evenementen. Verleen bijvoorbeeld een drank- en horecavergunning alleen in de avond voor een evenement waar overdag ook kinderen komen.

Gezonde Lucht

Rookvrije omgeving

Een rookvrije omgeving beschermt tegen meeroken en draagt tegelijkertijd uit dat de norm ‘niet roken’ is. Ook rook van houtkachels, open haarden, terraskachels en vuurkorven bevat schadelijke en kankerverwekkende stoffen en kan tot overlast leiden (zie ook Gezonde lucht bij/gezondheidsbescherming).

Adviezen

  • Sluit aan bij de beweging ‘op weg naar een Rookvrije Generatie.
  • Neem de ambitie in het gezondheidsbeleid de ambitie op om vanaf 2035 de openbare ruimtes rookvrij te hebben, conform de doelstelling van de Rookvrije Generatie.
  • Stel rookvrije zones in op plekken waar kinderen komen: het is niet toegestaan om te roken op het terrein van maatschappelijke en gemeentelijke voorzieningen als parken, plantsoenen, recreatiegebieden, gemeentelijke locaties, enzovoort. Bijvoorbeeld door vast te leggen dat in een straal van … meter rondom het terrein van scholen, kinderdagverblijven, gemeentelijke locaties het niet toegestaan om te roken.
  • Beperken van het aantal tabaksverkooppunten
  • Pas lokale regelgeving aan om rookvrije locaties te stimuleren. Bijvoorbeeld door het aanpassen van subsidievoorwaarden; verhuurconstructies en vergunningen voor evenementen; de algemene plaatselijke verordening (APV); het opnemen van rookvrije omgevingen in de omgevingsvisie.

Links

Meedoen

Ontmoeten en Ontspannen

De druk op ons dagelijkse leven neemt toe. Verdergaande verstedelijking zorgt ook voor meer druk en drukte, en kan leiden tot minder ruimte voor groen en water waar mensen kunnen ontspannen. Toenemende druk kan stress en gezondheidsproblemen veroorzaken. Ontspanning en activiteiten in het groen en de nabijheid tot water kunnen chronische stress en concentratieproblemen verminderen.

Ook bevorderen meer groen en water in de leefomgeving mogelijkheden tot contact, en daarmee de sociale samenhang. Ontmoetingen dragen het bij aan het verminderen van de kans op eenzaamheid en stress gerelateerde klachten en aan de fysieke fitheid, sociale cohesie en kwaliteit van leven. Het is belangrijk dat de omgeving de mogelijkheid biedt tot ontmoetingen in de openbare ruimte op bijvoorbeeld op een plein, een populaire wandelroute of een gezamenlijke binnentuin.

Adviezen

  • Ontwerp buurten op wandelaars in plaats van op auto’s. Zorg dat de routes door de buurt geschikt zijn voor minder validen, wandelaars met rollators of kinderwagens en dat er goede pauzeplekken zijn (voldoende bankjes).
  • Zorg dat ontmoetingsplekken goed lopend of per fiets bereikbaar zijn, zorg ervoor dat mensen zich er prettig voelen door een wat kleinere plek te maken voor een geborgen gevoel, rekening te houden met veiligheid, zoninstraling, schaduw, regen en wind. En door een voldoende groene en levendige aanblik. Zorg ervoor dat plekken schoon en heel blijven.
  • Zorg voor voldoende voorzieningen zoals een bibliotheek, een buurtwinkel, kleine horeca of wijkcentra, waar wijkbewoners een gemeenschappelijke ruimte hebben.
  • Zorg voor levensloopgeschikte woningen.
  • Plaats voldoende bankjes in de openbare ruimte.
  • Op plekken waar mensen weinig eigen tuinen hebben past een moes- of pluktuin in de buurt.

Links

Mobiliteit

De gemeente kan een gezonde mobiliteit aanmoedigen door de leefomgeving gezond te ontwerpen en in te richten. Fietspaden en interventies die de route naar school en werk veilig maken, zoals veilige oversteekplaatsen en voetpaden, zorgen ervoor dat de burger zicht vaker met de fiets of te voet verplaatst. Woonbuurten met goede bereikbaarheid van winkels, veilige fietspaden en veel groen zorgen ervoor dat bewoners vaker wandelen of de fiets nemen, voor functionele en voor recreatieve doelen.

Adviezen

  • Actief vervoer (lopen en fietsen) opnemen in beleid en ontwerp van de openbare ruimte. Het stimuleren van actief vervoer als de standaard vervoersvorm kan zorgen voor veel gezondheidswinst.
  • Dagelijkse voorzieningen zijn op fiets- en/of loopafstand. Tot 500 meter is lopen dé manier van verplaatsen.
  • Zorg voor voldoende bankjes in wijken waar ouderen wonen, zodat zij lopend naar voorzieningen kunnen gaan.
  • Loop- en fietsroutes verbinden de belangrijkste bestemmingen in de directe leefomgeving met elkaar. Samen vormen zij een compleet en samenhangend netwerk, zowel binnen het gebied als tussen het gebied en gebieden er omheen.
  • Bundel en orden verkeer: doorgaande routes voor gemotoriseerd verkeer gaan om wijken of kernen heen, niet er doorheen. Voor fietsers en voetgangers is dit juist andersom. Loop- en fietsroutes zijn korter dan autoroutes.
  • Het netwerk is fijnmazig waardoor voetgangers niet hoeven om te lopen als ze dat niet willen. Voetgangers en fietsers ervaren zo min mogelijk last van barrières zoals (spoor)wegen en water.
  • Fiets- en loopbare afstanden zijn het meest aantrekkelijk om ook echt met de fiets en lopend af te leggen. Deze zijn toegankelijk, aantrekkelijk, logisch en veilig. Dat betekent, dat looproutes ook toegankelijk voor kinderwagens, hulpmiddelen als rollator, rolstoel, scootmobiel, enzovoort. Er zijn heldere bewegwijzering, gids- en geleidelijnen en voldoende rustmogelijkheden langs de routes

Adviezen parkeren

  • Zorg ervoor dat voorzieningen voor mensen, die minder mobiel zijn, goed bereikbaar blijven.
  • Plaats voldoende fietsparkeergelegenheid. Denk ook aan speciale fietsen voor mindervaliden, elektrische fietsen en bakfietsen. Maak minder auto parkeervakken, of maak deze moeilijker bereikbaar ten opzichte van fiets parkeervakken of haltes van het OV. Deze fiets parkeerplaatsen zijn goed beveiligd en voelen sociaal veilig (bijvoorbeeld goede verlichting), zijn toegankelijk en laagdrempelig bereikbaar. Ze bieden voldoende laadmogelijkheden voor elektrische fietsen en zijn inpandig en netjes ingepast in de openbare ruimte.

Links

Gezondheidsbescherming

Geluid

Geluid heeft invloed op de gezondheid en woon- en leefomgeving van mensen. Die invloed kan positief en negatief zijn. Burgers waarderen het kwetteren van vogels bijvoorbeeld in tegenstelling tot langsrazend verkeer. Het horen van te veel geluid kan behalve onprettig, ook schadelijk voor de gezondheid zijn. Slaapverstoring (door bijvoorbeeld geluidsoverlast) kan leiden tot verschillende gevolgen op langere termijn, zoals vermoeidheid overdag, depressies, hart- en vaatziekten en overgewicht.

Minder geluid ‘s nachts zorgt voor betere nachtrust. Dit kan bijvoorbeeld leiden tot minder ongelukken of betere leerprestaties bij kinderen. Voor een aanvaardbaar woon- en leefklimaat is in elk geval nachtrust van essentieel belang. Het is belangrijk dat een inwoner kan slapen met een geopend raam bij een aanvaardbare geluidbelasting.

Voor de gezondheid is een waarde van 50 dB Lden en 40 dB Lnight of lager op de gevel gewenst en een maximale binnenwaarde van 33 dB Lden.

Niet alleen verkeer is de oorzaak van geluidsoverlast. De maatregelen in het kader van duurzaamheid en energietransitie, zoals het gebruik van de warmtepomp en windmolens kunnen dit ook veroorzaken.

De GGD kijkt naar de blootstelling aan geluid bij gevoelige bestemmingen waar kwetsbare groepen zijn, zoals woningen, scholen, kinderdagverblijven, en zorginstellingen. 

 Adviezen

  • Voer een gebiedsgericht geluidbeleid: inzet op stiller materieel, inpakken van geluidbronnen, periodieke uitschakeling of verminderen van capaciteit van geluidbronnen, enzovoort.
  • Naast een acceptabele woonomgeving (woning en directe omgeving) pleit de GGD ook voor de aanwezigheid van stille of rustige gebieden in de omgeving. Deze gebieden dragen positief bij aan de gezondheid
  • Als bron- en overdrachtsmaatregelen niet mogelijk of onvoldoende effectief zijn, zijn isolerende maatregelen gericht op een acceptabel binnenniveau noodzakelijk.
  • Naast isolatie is het belangrijk dat er voldoende en bruikbare ventilatiemogelijkheden in de woning zijn en dat de geluidproductie van eventuele mechanische ventilatiesystemen of klimaatsystemen zo laag mogelijk is (bij voorkeur lager dan de 30 dB(A) uit het Bouwbesluit).
  • Zorg altijd voor een geluidsluwe, aangename kant van een woning: een toegankelijke, bruikbare en liefst groene en schone kant met een geluidbelasting minder dan 50 dB Lden en 40 dB Lnight. De slaapkamers moeten zo veel mogelijk aan deze geluidsluwe kant zijn gesitueerd.
  • Gebruik geluidschermen of gebouwen met een hoge gesloten gevel om geluid af te schermen.
  • Situeer de buitenruimte of tuinen van een woning aan de meest verkeersluwe kant van de bebouwing.
  • Factoren die niets te maken hebben met het geluidsniveau beïnvloeden ook hinder en slaapverstoring en in mindere mate ook het risico op een hoge bloeddruk en een hartinfarct. Zoals geluidgevoeligheid, angst voor de bron, gevoel dat het geluid door verantwoordelijken vermijdbaar is, voorspelbaarheid, toegang tot informatie, procedurele rechtvaardigheid, geluidgeschiedenis, verwachtingen over toekomstige geluidsniveaus en tevredenheid met de leefomgeving.
  • Sommige van deze factoren zijn lokaal te beïnvloeden met maatregelen, zoals het goed en op tijd informeren van (toekomstige) bewoners over de geluidsituatie (nu en in de toekomst). En bewoners betrekken in de besluitvorming over mogelijke maatregelen

Links

Gezonde lucht

Er wordt vaak gedacht dat de gezondheid geborgd is als aan de Europese grenswaarden voor luchtkwaliteit is voldaan. Dat klopt niet. Concentraties onder de grenswaarden veroorzaken bijna helemaal de gezondheidseffecten door luchtverontreiniging in Nederland. Voor de relatie tussen de concentraties luchtverontreiniging en gezondheidseffecten, is geen drempelwaarde bekend waaronder geen gevolgen optreden. Dus geldt: ‘hoe schoner, hoe gezonder’.
Ook onder de Europese grenswaarden van nu zien we gezondheidseffecten, zoals invloed op de luchtwegen en op hart en bloedvaten. De GGD adviseert te werken aan verbetering van de luchtkwaliteit, ook als aan de Europese normen wordt voldaan. Elke verbetering van de luchtkwaliteit levert gezondheidswinst op.

Adviezen

  • Voer maatregelen in uit het Schone Lucht akkoord.
  • Plaats gevoelige bestemmingen op afstand van drukke wegen.
    Het Nederlands milieubeleid beschermt regelmatig ‘gevoelige bestemmingen’ apart. In het geval van luchtkwaliteit definieert het Besluit gevoelige bestemmingen als ‘de gevoelige bestemmingen als gebouwen die geheel of gedeeltelijk bestemd of in gebruik zijn ten behoeve van basisonderwijs, voortgezet onderwijs of overig onderwijs aan minderjarigen, kinderopvang, verzorgingstehuis, verpleegtehuis of bejaardentehuis.’ Realiseer woningen en voorzieningen waar kinderen, ouderen of mensen met een zwakke gezondheid langdurig verblijven, daarom op ruime afstand van drukke wegen:
  • Situeer gevoelige bestemmingen op zoveel mogelijk afstand van drukke wegen, onafhankelijk van de achtergrondconcentratie ter plaatse.
  • Hoe verder van de weg, hoe schoner de lucht en dus hoe gezonder. Meer afstand leidt tot meer gezondheidswinst. Hanteer hierbij de volgende minimale afstanden:
  • Snelweg: minimaal 150 meter.
  • Drukke weg (>10.000 motorvoertuigen per 24 uur) buiten de bebouwde kom: minimaal 50 meter.
  • Drukke weg (>10.000 motorvoertuigen per 24 uur) binnen de bebouwde kom: minimaal 25 meter.
  • Weer vervuilend vervoer uit de (binnen)stad.
  • Zorg voor een goede verkeerscirculatie.
  • Stimuleer openbaar vervoer en fietsen.
  • Gebruikmaken van filters in ventilatiesystemen alleen als langdurige onderhoud is gegarandeerd. Filters in ventilatiesystemen kunnen het binnenkomen van verontreinigde buitenlucht beperken en de kwaliteit van de binnenlucht verbeteren. Het aanzuigen van de buitenlucht door mechanische ventilatiesystemen met fijnmazige filters kan een effectieve manier zijn om de concentraties fijn stof en roet in de binnenlucht te verlagen. De filters in deze systemen moeten wel regelmatig worden onderhouden en vervangen, anders wordt de kwaliteit van de binnenlucht slechter in plaats van beter.
    Het gebruiken van filters in ventilatiesystemen raadt de GGD daarom af, behalve als langdurig onderhoud aantoonbaar gegarandeerd kan worden (en hier budget voor wordt gereserveerd).
  • Stel beleid op voor houtkachels, open haarden, vuurkorven ed. Particuliere houtstook leidt tot schadelijke stoffen in de lucht en kan overlast geven voor de mensen in de buurt.

Links

Hitte stress/UV straling

Door klimaatverandering neemt de frequentie, intensiteit en duur van hittegolven toe. Het is belangrijk om de leefomgeving hierop in te richten of aan te passen. Vooral ouderen, jonge kinderen, zwangere vrouwen en chronisch zieken zijn gevoelig voor extreme temperaturen.

Hitte kan leiden tot ongezonde opwarming in gebouwen, meer ziekte, stress, ziekenhuisopnamen, arbeidsongelukken, sociale onrust, psychische klachten en verminderde school- en arbeidsprestaties of toename in het arbeidsverzuim. Er is een groot temperatuurverschil tussen bebouwd en onbebouwd (natuurlijk) gebied. Gebieden met veel bebouwing of verstening houden veel warmte vast en worden warmer op hete dagen.

Adviezen

Gebouwen
  • Plaats gebouwen zo dat er schaduw in de openbare ruimte ontstaat, binnen en buiten. Let op dat bij gebouwen met een bestemming voor gevoelige doelgroepen, zoals zorgcentra, scholen en kinderopvang, voldoende schaduw/schaduwrijk groen is.
  • Zorg voor goede zonwering, het liefst aan de buitenkant van gebouwen.
  • Breng groene daken aan. Deze brengen verkoeling, het beschermt de daken en draagt positief bij aan de biodiversiteit.
Openbare ruimte
  • Richt de openbare ruimte, als het kan, zoveel mogelijk schaduwrijk en koel in. Denk hierbij bijvoorbeeld aan plekken waar veel mensen samen komen of kwetsbare inwoners zijn. Zoals sportverenigingen, scholen, zorginstellingen, winkelgebieden en parken. Voor elke inwoner zijn in de openbare ruimte schaduwrijke plekken bereikbaar.
  • Zorg voor voldoende en zichtbare watertappunten in de openbare ruimte.
  • Ventilatie tussen gebouwen/in straten kan helpen om koele lucht van buiten de bebouwing aan te voeren en opgewarmde lucht af te voeren. Hiervoor moet het gebied van de aanvoerrichting koeler zijn dan de plek waar de bebouwing is. Ook verlaagt ventilatie direct de gevoelstemperatuur tijdens warmte (het verkoelende briesje).
  • Reflectie voorkomt dat binnenkomende stralingsenergie wordt opgenomen en daarna wordt omgezet in warmte. Groene elementen, zoals bomen, reflecteren meer zonlicht dan gebruikelijke bouwmaterialen (asfalt, stenen). Ook gebruik van witgeverfde of spiegelende materialen kan helpen, maar dat werkt alleen goed als de reflectie terug naar de ruimte is.
  • Ook verlaging van de warmteproductie helpt een beetje. Denk hierbij aan warmteproductie door gemotoriseerd verkeer, industriële bedrijvigheid en airco’s en andere apparaten. Ontmoedig dus het gebruik hiervan.
Natuurlijke klimaat adaptatie
  • Houd begroeiing in stand. Stenen houden warmte vast en water (zie water) of groen (zie natuur) zorgen voor koelte. Vooral ‘s nachts zorgen asfalt, verharding en hoge bebouwing dat de temperatuur niet voldoende zakt.
  • Schaduw vermindert de hoeveelheid binnenkomende warmte. Bomen en pergola’s geven schaduw. Ook gebouwen geven schaduw en zorgen daar voor vermindering van de inkomende warmte.

UV-straling

Zonlicht bevat ultraviolette(UV)-straling. Teveel UV-straling is slecht voor de gezondheid. Op lange termijn is UV-straling de belangrijkste oorzaak van huidkanker. Het is ook slecht voor je ogen. Het is daarom belangrijk de huid en ogen tegen de zon te beschermen

Adviezen

Zorg voor maatregelen waardoor inwoners zo min mogelijk worden blootgesteld aan hitte en UV straling. Denk hierbij aan:

    • Voldoende (groene) aantrekkelijke schaduwplekken bij (sport)parken, scholen, zorginstellingen en winkelcentra.
    • Plaats zonnebrandpalen op plekken waar veel mensen recreëren.
Links

Klimaatverandering/Infectieziekten

De klimaatverandering zorgt voor meer warmte en vaker extreme weersomstandigheden. De gemeente denkt na over lokale klimaatadaptatiestrategieën. Daarbij gaat het om het voorkomen van wateroverlast en hitte, door onder andere meer groen (natuur) en blauw (water) in de directe woonomgeving. Door bijvoorbeeld parken, groenstroken, vijvers, fonteinen, waterspeelplaatsen en waterbuffers aan te leggen.

Hoewel blauw en groen essentieel zijn voor een gezonde en klimaat robuuste leefomgeving, zijn er ook mogelijke ongewenste gevolgen. Zoals een grotere kans op verspreiding van infectieziekten, de introductie/toename van dieren die een gezondheidsrisico of overlast kunnen vormen (zoals teken, ratten, muggen en processierupsen) en het erger worden van pollenallergieën.

Water en infectieziekten

Verschillende ziekteverwekkers kunnen via water worden overgedragen. Hierbij kunnen o.a. maagdarm-, oor- en oogklachten ontstaan. Daarnaast kan water een broedplaats zijn voor steekmuggen. Sommige steekmuggen kunnen ziekteverwekkers overdragen. Een toename van muggen kan hiernaast vervelend zijn als mensen buiten recreëren, ’s nachts uit hun slaap worden gehouden of veel last hebben van jeukende muggenbulten.

Adviezen
  • Beïnvloed zwemgedrag met informatieborden op locatie en/of educatieve campagnes (bijv. ontmoediging gebruik water bij diarreeklachten, inlassen frequente plaspauzes bij kinderen, advies (zwem)water niet inslikken).
  • Faciliteer gebruik van douches, wasbakken en toiletten bij recreatieplassen.
  • Voorkom mogelijke muggenbroedplaatsen.

Groen en infectieziekten

De meeste planten kennen een periode waarin de afgifte van pollen piekt. De periode van deze pollenafgifte verschilt van soort tot soort of tussen variaties binnen soorten. De meest genoemde risicofactor voor meer hooikoortsachtige klachten is de allergeniciteit van pollen van een plantensoort. Honden- en kattenpoep kunnen zoönotische ziekteverwekkers overdragen op de mens. Ook kunnen (de uitwerpselen van) ratten infectieziekten bij de mens veroorzaken.
Verder is er bij verblijf in groene gebieden een risico op het krijgen van een tekenbeet waarvan je mogelijk ziek kunt worden. Door klimaatverandering zijn teken langere perioden in het jaar actief.

Adviezen
  • Kies meer planten met een lage allergeniciteit.
  • Zorg voor afwisseling in beplanting (vergroot biodiversiteit).
  • Richt (meer) omheinde stukken in parken in waar honden los mogen/kunnen lopen. Op andere plekken moeten honden dan aan de lijn blijven.
  • Ruim hondenpoep op; een rol voor hondeneigenaren zelf (opruimen) en voor lokale ‘stadsdienst’ (opruimen en handhaving).

Links

Energietransitie

Overal staat dat de energietransitie, verduurzaming en klimaatbeleid positieve gevolgen kunnen hebben op de gezondheid. Maar dat we ook rekening moeten houden met potentieel negatieve gevolgen en mogelijke gezondheidsrisico’s. Daarom het advies om gezondheidseffecten ook steeds bewust mee te nemen in de beoordeling/integrale afweging van de gevolgen van energietransitie op lokaal niveau.

Adviezen

  • Houdt bij locatiekeuze van installaties, zoals windturbines, zonneparken en biomassa-installaties, rekening met gezondheidseffecten bij de mensen in de buurt door blootstelling aan onder meer geluid, lichtschittering, slagschaduw, geur en luchtverontreiniging.
  • Binnen heet proces rond het onderwerp energietransitie is het belangrijk om goed aandacht te geven aan de mensen in de buurt (inspraak, gebruik maken van mogelijkheden tot meeprofiteren en het bieden van evaluatiegesprekken).

Links

Links over elektromagnetische velden

Gezonde Gebouwen

In Nederland brengen mensen gemiddeld 90% van de tijd binnen door, waarvan 70% in hun eigen woning. Daarom is het erg belangrijk dat gebouwen zo gezond mogelijk worden ingericht, gebouwd en geplaatst. Een gebouw moet een plek bieden waar de burger rust kan vinden en kan ontspannen. Gezondheidsverlies door bijvoorbeeld het binnenmilieu is toe te schrijven aan bijvoorbeeld de kwaliteit van de binnenlucht, schimmels, vochtproblemen, maar ook van passief roken.

Een gezond gebouw voldoet aan:

  • Minimaal een kant van de woning is prettig.
  • Het binnenklimaat is prettig en gezond.
  • Woningen zijn toegankelijk en levensloopbestendig.
  • Woningen zijn dichtbij groen en natuur.
  • Overlastgevende bedrijven staan zoveel mogelijk op afstand.

Adviezen

  • Bij nieuwbouw en renovatie is een gezonde woonomgeving het uitgangspunt, met aandacht voor een groene, klimaatadaptieve en toegankelijke/levensloopbestendige inrichting.
  • Overlastgevende bedrijven staan op afstand van woonwijk en gemengd gebied.
  • Elke woning heeft minimaal een kant aan de woning met een buitenruimte, die voor minstens 50% uit kwalitatief groen bestaat (als dat praktisch mogelijk is).
  • Bouw met emissiearme materialen.

Link